CSRD

Op 31 juli 2023 is de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) aangenomen door de Europese Commissie. Het doel van de CSRD is om de kwaliteit van duurzaamheidsinformatie en transparantie over milieu- en sociale impact van organisaties te vergroten, en zo de transitie naar een toekomstbestendige economie in lijn met de EU Green Deal te realiseren.

De komende jaren moet een grote groep organisaties verplicht rapporteren over hun milieu- en sociale impact, duurzaamheidsbeleid en -prestaties. Dit heeft grote gevolgen voor de rapporterende organisaties, aangezien de duurzaamheidsrapportage voor het eerst op gelijke voet komt te staan met de financiële rapportage die organisaties al gewend zijn.

In Nederland zullen duizenden organisaties een verslag volgens de CSRD moeten opstellen. Dit zijn organisaties die twee boekjaren op rij, aan tenminste twee van de drie criteria voldoen:

  • Meer dan 250 medewerkers.
  • Meer dan 50 miljoen omzet.
  • Meer dan 25 miljoen op de balans.

Organisaties die buiten het toepassingsbereik vallen, kunnen wel degelijk de effect van de nieuwe regelgeving ervaren. De rapporterende organisaties moeten namelijk duurzaamheidsinformatie ophalen bij hun toeleveranciers en ander ketenpartners. Hierdoor heeft de CSRD gevolgen voor te gehele (toe)leveringsketen.

Als gevolg van de CSRD zal de vraag naar duurzaamheidsinformatie enorm toenemen, ook op het gebied van materiaalgebruik en circulariteit.

Waarover de organisaties moeten rapporteren is uitgewerkt in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Hierin staat bijvoorbeeld beschreven wat de organisatie over klimaatverandering, circulariteit en de eigen werknemers moet rapporteren en op welke wijze.

Deze Europese standaarden sluiten aan op de internationale rapportage systematiek van ESG. Zo zijn er vijf standaarden voor milieudoelen (Environmental), drie standaarden voor sociale doelen (Social) en één standaard over het zakelijk gedrag van de organisatie (Governance).

Organisaties die moeten rapporteren zullen hun processen voor gegevensverzameling en controle op orde moeten hebben om te kunnen voldoen aan de grote hoeveelheid gevraagde informatie.

BCI Gebouw helpt bij het invullen van datapunten onder E1 en E5.

Specifiek gaat het hier om de invulling van:

  • E1 Scope 3 emissies

De scope 3 emissies in de waardeketen van bouwmaterialen; Global Warming Potential (GWP).

  • E1-7

Het in kaart brengen van Construction Stored Carbon (CSC) ofwel de opgeslagen CO2 in bouwmaterialen. Inclusief de berekeningsaannames en toegepaste methodologie.

  • E5–4

De totale massa materiaalgebruik in projecten, waarbij de herkomst gesplitst is in nieuw, hernieuwbaar, gerecycled of hergebruikt materiaal.

  • E5–5

Het einde levensduur scenario voor producten en materialen, gesplitst in hergebruik, recycling, verbranding of stort.

  • Impact op het milieu

Ook geeft BCI Gebouw inzicht in de 19 milieu-impact categorieën. Hiermee krijgt de organisatie inzicht in welke substantiële milieu effecten er plaatsvinden in de waardeketen. Bovendien kunnen er met behulp van BCI Gebouw diverse strategieën ontwikkeld worden om deze milieu impact te verminderen.

*Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken volgens de Europese norm EN 15804.

De datapunten uit BCI Gebouw vormen een solide basis voor de analyse op impact, risico’s en kansen in de bedrijfsvoering alsmede de strategievorming op materiaalgebruik en circulariteit. Bijvoorbeeld door te reflecteren op de gerapporteerde datapunten, aan te geven welke mogelijkheden er zijn voor de organisatie om de prestaties te verbeteren.

Referentie: https://www.ser.nl/nl/thema/imvo/wetgeving/eu-duurzaamheidsrapportage